Woggie

Het ene dorp is het andere niet. We wisten het wel, maar we hadden ons nooit gerealiseerd hoe het zou voelen. In oktober vorig jaar verhuisden we van Oosterblokker naar Wognum. Een kwartiertje rijden van deur tot deur, maar toch een wereld van verschil. Ik heb mijn hele leven in Oosterblokker gewoond (met een klein uitstapje naar Zwaag). Veel mensen kennen mij daar. En andersom ken ik hen. En hun familie en alles wat er de afgelopen dertig jaar gebeurd is. En ik was gewend me altijd erg druk te maken om wat mensen van mij (en man en kinderen) zouden vinden. Want dat doe je in een klein dorp. Best een druk die ik mezelf oplegde. Geroddeld wordt er tenslotte toch wel.
Aan de andere kant ook fijn als je alles en iedereen kent, want vertrouwder werd het niet. In Wognum begonnen we echt opnieuw. En dat pakte beter uit dan ik had gehoopt. Wat mij vooral opvalt, is dat er echt een verschil is tussen de gemiddelde ‘Oosterblokkerder’ en de gemiddelde Wognummer. Het fijne aan een groter dorp is dat er ook meer verschillende mensen wonen. Meer kans op vrienden, zeg maar. Wij voelen ons thuis. We merken dat de mensen hier warm en open minded zijn. Ze staan voor elkaar klaar zonder te oordelen. Of ze zijn hier beter in het verbergen van oordelen.
Nu snap ik ook waarom er nog zo’n bloeiend verenigingsleven is hier. Anders dan in onze oude woonplaats. En het grappige is dat wij niet de enigen zijn die dit zo ervaren. Tijdens de Avondvierdaagse laatst – ook zo’n leuke manier om je dorp te ontdekken trouwen – liep ik een stukje met twee andere import-Wognummers. Zij omschreven het precies zo. Geen Volendammer taferelen met buitenpoorters, maar gewoon een open deur voor iedereen die daarvoor open staat. Op de een of andere manier voelt het vrijer. Misschien doordat ik geen geschiedenis meesleep. Of komt het toch echt door het dorp en zijn inwoners. En nee, niemand is nu verplicht me aardig te vinden. Ik probeer geen zieltjes te ronselen. Zo voel ik het gewoon.