“Verrassende nieuwe inzichten tijdens lockdown”

Tamara Peerdeman uit Grootbroek is verzorgende IG (Individuele Gezondheidszorg). Ze werkt al veertien jaar bij het Nicolaas Verpleeghuis in Lutjebroek, op een woongroep met acht dementerende ouderen. Half maart ging de deur voor bezoekers op slot, inmiddels zijn de maatregelen versoepeld. Tamara vertelt hoe Facetime destijds veel onrust bij familie wegnam, maar ook over hoe de afgelopen periode nieuwe inzichten bracht.

“In het begin van de lockdown vonden we het allemaal erg spannend. We wisten niet wat ons te wachten stond”, vertelt Tamara. “Toen bekend werd dat familie niet meer op bezoek mocht komen, waren er veel emoties. Er was verdriet en onvrede en wij moesten dat opvangen. Onze dementerende bewoners hadden natuurlijk geen idee van social media. En toen vonden we onze weg via Skype en Facetime. Dit nam gelukkig veel onrust weg. Langzaam aan merkten we dat familie daarnaast andere manieren vond om hun aandacht en zorg te uiten. Zo werden er vaak heerlijk vers fruit, ijsjes en andere lekkere dingen op de groep bezorgd. Soms kregen we wel drie taarten per week.” Lachend: “Ja, bij ons op de groep weten we wat er bedoeld wordt met de extra corona-kilootjes.”

Minder overprikkeling

De RIVM-maatregelen waren veelomvattend; ook andere disciplines als fysiotherapie, ergotherapie en andere zorg kwamen niet meer op de groep. Op de woongroep, waar het eerder een komen en gaan van mensen was, kwam meer rust. “Van de een op de dag viel een groot deel van de prikkels weg. Al snel merkten we dat bewoners ’s nachts veel beter sliepen. Zelfs mensen die last van slapeloosheid hadden, sliepen nu wél. De situatie liet ons zien wat overprikkeling met onze bewoners doet en dat ze veel baat hebben bij rust op de afdeling.”

Meer gericht

Onderdeel van het Nicolaas Verpleeghuis is het activiteitencentrum. Ook hier werd noodgedwongen de manier van werken veranderd. Tamara: “Omdat bewoners allemaal op de eigen groep moesten blijven, werd het centrum gesloten en kwamen de activiteitenbegeleidsters naar de woongroep. Dit betekende dat er dagelijks van 9.00 tot 15.00 uur een collega extra was om met de mensen in groepsverband spelletjes te doen of één op één een praatje te maken. We merkten dat er ruimte kwam om meer gericht bezig te zijn met de bewoners. Zo konden bijvoorbeeld mensen die wat verder in het dementieproces zijn, vertroeteld worden met handlotion. Of verrast worden met hun lievelingsmuziek. Het is zo mooi om de mensen dan te zien opbloeien en genieten. Daarom gaan we als afdeling binnenkort naar de nieuwe inzichten kijken en ze bespreken met de manager. Ik hoop dat we er op de één of andere manier iets mee kunnen doen, dat we de lijn kunnen doortrekken. Ja, dat zou mooi zijn.”