Etalageruiten zijn stom. Dit lijkt een gekke bewering voor iemand met een winkel, maar geloof me nou maar. Vergelijk het met het moment dat je camera nog op de selfiestand staat, als je je telefoon aanzet. En dan bij voorkeur als je net wakker bent, met een kater ook nog.

Da’s schrikken, van je eigen hoofd, en je weet niet hoe gauw je op die homebutton moet drukken om het schrikbeeld af te wenden. Een winkelruit heeft op mij hetzelfde effect. In gedachten loop ik beeldig over die Nieuwstraat, maar in plaats daarvan piept er altijd ergens een vetrol uit en blijk ik mijn jas verkeerd dichtgeknoopt te hebben.
Gauw doorlopen.

In mijn eigen etalageruiten, aan de andere kant weliswaar, zie ik dat ik niet de enige ben met etalageruitgedoe. Die ramen zijn als de verhoorkamer in Baantjer. Ik zie jou, maar jij ziet mij niet.
Zoals die keer dat die man met z’n neus op het raam naar binnen keek – wat op zichzelf al bijzonder is bij een haakwinkel – en tegen zijn vrouw zei: ‘Is dat niet wat voor jou?’
Ze keek alsof ze net langs een obscure seksshop waren gelopen en hij quasinonchalant had gevraagd of zo’n voorbinddildo misschien niet wat… Nou ja, u snapt het. Als door een adder gebeten reageerde ze met: ‘Schei toch uit!’

Nou ja toch zeker zeg. Ik schrok er zelf helemaal van. Ze meende het vast niet zo. Waarschijnlijk had ze even een selfiestandmomentje. Jammer dat etalageruiten geen homebutton hebben.